Federica Risi over het (her)structureren van de genderneutrale stad
Op 8 maart is het Internationale Vrouwendag. Een dag waarop de nadruk ligt op het verwezenlijken van #EmbraceEquity. Belangrijk daarbij is het erkennen van problemen in en hervormen van structuren die als niet beïnvloedbaar worden gezien; bijvoorbeeld de manier waarop we onze steden ontwerpen en bouwen.
Om dit denkkader te breken, heeft het Just Peace - in samenwerking met partnerorganisatie The Hague Humanity Hub - Federica Risi, Senior Policy & Project Officer bij het European Urban Knowledge Network (EUKN), uitgenodigd om te praten over hoe stereotypen in zowel stedelijk beleid, als in de praktijk kunnen worden doorbroken om gendergelijkheid in steden en daarbuiten te bereiken
Zijn steden neutraal?
Een van de eerste dingen die volgens Federica kan worden opgemerkt over stadsontwerp en de ervaringen van vrouwen daarmee, is dat steden in essentie niet neutraal zijn. Zoals Federica zegt: "steden zijn niet genderneutraal door hun ontwerp. In diepere zin moeten we er niet naar streven dat ze genderneutraal zijn, maar juist genderbewust en inclusief."
De gebouwde omgeving is deels een afspiegeling van wie er op een bepaald moment aan de macht is: "Stadsplanning is een zeer politiek proces en weerspiegelt de sociaal-economische, culturele waarden en zelfs de schoonheidsnormen van een bepaalde samenleving in een bepaalde tijd. We leven in een geglobaliseerde wereld, bedacht door en voor mensen. Steden zijn een materiële weergave van de systemische ongelijkheden, privileges en machtsverhoudingen waarop samenlevingen zijn gebouwd. Feministisch geografe Jane Darke schreef: "Steden zijn het patriarchaat, geschreven in baksteen, glas en beton".
En we moeten nadenken over de manier waarop we hen willen opnemen: "Vrouwen - en trouwens ook gender en andere minderheden - willen zich gezien, begrepen, gesteund en gewaardeerd voelen door de plaatsen waar ze wonen. Op die manier kunnen we stedelijke ruimtes zien als een manifestatie van macht. Het klinkt misschien radicaal, maar we moeten erkennen dat de lichamen, behoeften, stemmen en aspiraties van vrouwen als burgers historisch zijn verwaarloosd - en nog steeds grotendeels worden verwaarloosd - bij het ontwerpen van steden. Ik denk echter ook dat deze redenering niet alleen geldt voor gender."
Dus, als we willen nadenken over het bouwen van een stad die gastvrij is voor en rekening houdt met alle mensen die er zouden kunnen wonen, moeten we hun behoeften en ideeën vanaf het begin meenemen én telkens wanneer we in de toekomst veranderingen aanbrengen aan de gebouwde omgeving.
Hoe kunnen steden de belangen van vrouwen schaden?
Zoals Federica zegt, is dit een veelzijdige vraag: "Vrouwen ervaren het stedelijk leven, zoals gedefinieerd door zowel fysieke infrastructuur als diensten, anders dan mannen in al hun sociaaleconomische rollen: als werknemers, moeders, verzorgers en leden van sociale netwerken. Denk aan mobiliteitsopties, vervoersroutes, voetgangerspaden, breedte van trottoirs, ontwerp van bankjes, openbare verlichting, beschikbaarheid van openbare toiletten, zichtbaarheid van de straat, of de nabijheid van gezondheidszorg, markten en voorzieningen voor kinderopvang."
Maar als we nadenken over het maken van inclusieve steden, moeten we echt nadenken over hoe kwesties als gender kunnen worden vertegenwoordigd in alle manieren waarop we de plaatsen waar mensen wonen, werken en groeien, bouwen en ontwikkelen: "Afhankelijk van wie je het vraagt, kan het verband tussen al deze elementen en gender vaag lijken. Echter, als vrouw zijnde kan ik je vertellen dat het gaat om bestaansmogelijkheden, toegankelijkheid, veiligheid, comfort en uiteindelijk om gelijkheid. De kenmerken en kwaliteit van onze stedelijke ruimten bepalen de manier waarop we toegang krijgen tot en deelnemen aan de stad of er juist van worden uitgesloten. Tijdens het EUKN Policy Lab voor België afgelopen december hebben we een aantal van deze aspecten besproken, vooral met betrekking tot de ervaren veiligheid van vrouwen in de openbare ruimte."
Een weerspiegeling van de mensen die in een stad wonen, in de stad
Verder, voegt Federica eraan toe, is het belangrijk dat steden hun inwoners weerspiegelen: "Op een meer abstract niveau, denk bijvoorbeeld aan een straat vernoemd naar een vrouw, of een niet-mannelijk persoon in je stad. Daar moet je waarschijnlijk een paar minuten over nadenken, en zelfs als je je er een herinnert, is het waarschijnlijk de uitzondering en niet de regel. Er zijn meerdere studies die dit onderzoeken en de resultaten zijn alarmerend teleurstellend. Denk nu eens aan beroemde standbeelden of monumenten: staan daar vrouwen of minderheden op?
Het is belangrijk na te denken over wie we vieren in onze verbeelding en in onze ruimtes. Het spreekt tot wie behoort, wie de stad bezit. En dit is niet om vrouwen tot slachtoffer te maken of hun rol als burger of in een van hun stedelijke rollen te verkleinen, maar meer om gebieden aan te wijzen waarop actie kan worden ondernomen om steden democratischer en diverser te maken."
Hoe kunnen stadsleiders hun steden zodanig hervormen dat ze inclusiever worden?
Proberen een stad te veranderen terwijl er wordt geleefd kan moeilijk klinken, maar Federica wijst op een grass-roots beginpunt: "Het klinkt cliché, maar ik zou ze waarschijnlijk aanraden vrouwen te vragen wat ze graag zouden willen zien en natuurlijk meer diverse, niet-mannelijke collega's in dienst te nemen. Eerder dit jaar woonde ik een workshop bij van de Bernard van Leer Foundation die door de gastheer werd geopend met woorden die me zijn bijgebleven 'je weet niet wat je niet weet'."
Zoals Federica zegt: "Je kunt niet spreken of een beslissing nemen voor iemand die niet in de kamer is. Vrouwelijke bewoners weten het beste hoe steden hun behoeften en verlangens kunnen accommoderen en belichamen. Veel te lang zijn ze niet uitgenodigd in de kamer waar steden worden ontworpen. In die zin zie ik gendergelijkheid niet als een doel, maar eerder als een proces van inclusie en empowerment. Op de participatieladder van Arnstein zijn er verschillende graden van betrokkenheid van burgers, van niet-participatie en tokenisme tot controle door de burger, waarbij macht, kansen en middelen opnieuw worden verdeeld via planning, uiteraard ondersteund door beleid en wetgeving. Naar dat laatste willen we streven."
En als klap op de vuurpijl blijkt uit gegevens dat de mensen die onze steden bouwen en ontwerpen voor het overgrote deel ‘zeven-vinkjes-mannen’ zijn: "Het is ook belangrijk om de beroepen in de gebouwde omgeving diverser, rechtvaardiger en inclusiever te maken. Uit een rapport van de Wereldbank uit 2020 blijkt dat vrouwen slechts 10% van de hoogste functies bekleden bij toonaangevende architectenbureaus en stedenbouwkundige bureaus over de hele wereld. We hebben vrouwen nodig om steden voor vrouwen te ontwerpen en een volwaardige bijdrage te leveren."
Stadsplanners moeten overwegen hoe categorieën elkaar kunnen overlappen
Tot slot, zegt Federica, moeten mensen die naar de gebouwde omgeving kijken niet alleen rekening houden met één reeks categorisaties (zoals 'vrouw', bijvoorbeeld): "Ik denk ook dat het niet voldoende is om alleen naar het geslacht te kijken. Genderbewuste steden kunnen ook ongelijk zijn als ze geen rekening houden met andere vormen van ongelijkheid die verband houden met de identiteit van mensen, met inbegrip van maar niet beperkt tot leeftijd, kleur, etnische en migrantenachtergrond, klasse, religie en vermogen. Daarom biedt intersectionaliteit een veel robuustere lens om stedelijke ontwikkelingsprocessen te begrijpen en te sturen."
We willen Federica bedanken dat ze de tijd heeft genomen om haar inzichten over dit zeer belangrijke onderwerp te delen. Alleen door actief beleid dat het recht van vrouwen op de stad erkent, kunnen we in meer democratische en inclusieve steden wonen en genieten.
De foto is gemaakt door Maria Teneva via Unsplash.